Gezellig vakantiehuisje frankrijk

Vakantiehuisje in de Provence

​Er zijn in de Provence veel historische monumenten te bezichtigen, zoals kerken, kastelen, kapelletjes, molens. Of u kunt in de Provence één van de vele markten bezoeken, wandelen, mountainbiken, paardrijden of in de restaurants genieten van de heerlijke provençaalse keuken. Kijk voor een gezellig vakantiehuisje Frankrijk op onze nieuwe site en geniet van de vakantie. Ook andere streken zijn te boeken!

​Arles

Natuurlijk kunt u vanuit het noorden reeds 50 kilometer vroeger de Provence binnenrijden bij Bollène. Dan zou u meteen op de 6de dag van onze veertiendaagse rondreis belanden. Maar als u voor de eerste keer dit landschap verkent, zou u toch met Arles moeten beginnen. Hier kunt u in korte tijd diep in de geschiedenis en de cultuur van de streek onderduiken en die kennis zal een gouden sleutel zijn tot alle andere haltes op de reis. Arles, een stad met ongeveer 50.000 inwoners, is bovendien zeer ‘overzichtelijk’ en rijk aan overblijfselen uit de oudheid. Na een bezoek aan deze stad zult u zich ook in de rest van de Provence gauw thuis voelen. Misschien wordt u gewekt door het koeren van de duiven op het dak, want in de steegjes komt het dagelijkse leven maar langzaam op gang. De meeste bezienswaardigheden gaan trouwens pas om negen uur open in de zomer. Toch is het leuk om in een vakantiehuisje te verblijven en vroeg op te staan. Er is altijd nog tijd voor een tweede ontbijt op een van de boulevards. We beginnen met de oudste overblijfselen van een stad die zich ooit trots ‘het kleine Rome van Gallië’ noemde, Op het einde van de 4de eeuw werd Arles namelijk de bestuurlijke hoofdstad van het Gallische Rijk in de plaats van het Duitse Trier. Het antieke theater werd echter al een halve eeuw vroeger gebouwd en de Romeinse arena dateert van het einde van de iste eeuw. Beide liggen dicht bij elkaar en beide werden in de ioop der tijden bijna overwoekerd door huizen. Rond het ellips vormig bouwwerk dat aan de buitenkant 136 op 107 m meet - ingang aan de noordkant - werden in de middeleeuwen meer dan 200 huizen gebouwd rond twee kapellen. Het werd een wijk op zich. De auteur van ‘Carmen’ en ‘Colomba’, Prosper Mérimée, die eigenlijk inspecteur van de Franse dienst voor monumentenzorg was, was de eerste die ervoor zorgde dat de overblijfselen opnieuw vrij gelegd werden. Dat was rond het midden van de vorige eeuw. Hoewel het monument nogal geleden heeft onder de tijd en de weersomstandigheden, kunnen op de trappen toch nog tot 12.000 mensen plaatsnemen om bijvoorbeeld naar een corrida te kijken. Dit schouwspel is zeer geliefd en een eigenlijk al even bloedige opvolger van de Romeinse gladiatorenspelen die rond 400 door het christendom afgeschaft werden. In die tijd konden in de arena, een van de grootste in het Romeinse Rijk, 20.000 toeschouwers plaatsnemen. Als een kroon steken de beide verdiepingen van het bouwwerk, met elk 60 bogen, boven de rode daken van de stad uit. Het is al te zien van in de me de l’Amphithéâtre of de rue Voltaire die naar het portaal leidt. Van op de andere oever van de Rhône is het uitzicht echter beter, bijvoorbeeld van op de quai Saint-Pierre in de voorstad Trinquetaille, waar de oudheid onder banale bouwwerken verdween. Voor de dichter Frédéric Mistral was dit oudste deel van Arles, met de arena op de 25 meter hoge kalkheuvel, een ‘vereerde, majestueuze koningin’. De heuvel dwingt de rivier trouwens om een laatste knik te maken voor hij zich in zee werpt.